menu

Lang voordat het begrip ecologie gemeengoed werd, gaf Rudolf Steiner al zijn ‘landbouwcursus’. Deze voordrachtenreeks uit 1924 schetst de principes van een landbouw die met de natuur samenwerkt, in plaats van haar op te jagen en uit te buiten. Daarvoor is een nieuwe vorm van kennis nodig, die verder gaat dan de analyse van stoffen en oog heeft voor gehelen. Kortom: een kennis van het leven.

In dit boek komen zowel de grote verbanden tussen kosmos en aarde in beeld, als de subtiele processen van een spirituele chemie. We vinden er liefdevolle karakteriseringen van bijzondere helende planten, naast praktische aanwijzingen voor de verzorging van de bodem, de bestrijding van ziekten en plagen en de gezonde voeding van dier en mens. Ook de bekende biodynamische preparaten worden hier geïntroduceerd en toegelicht.

Steiners cursus is eerder een inspiratiebron dan een handboek voor een nieuwe landbouwmethode. Bovenal is het een appèl aan de boer om zich als hele mens te verbinden met zijn bedrijf, met dit stuk van de aarde, met deze dieren en gewassen. Leren samenleven met de natuur is de cruciale opgave van deze tijd.

Een toegankelijke en inspirerende cursus, waarin tevens Rudolf Steiner als mens bijzonder dichtbij komt. Met een oorspronkelijk nawoord van Albert de Vries.

Uitvoering Wissen

uw winkelmand

Extra informatie

Gesamtausgabe

Druk

4

ISBN

9789082999846

Uitvoering

,

Pagina's

309

Voor-/nawoord

Jaartal

Vertaling

Vormgeving

Vruchtbare landbouw op biologisch-dynamische grondslag

Eerste voordracht

Koberwitz 7 juni 1924 — 13

Begroeting en inleiding. Het leven op aarde is een weerspiegeling van de kosmos. De mens heeft zich geëmancipeerd van de kosmische krachten, de plant is erin ingebed. Kalk en kiezel als dragers van polaire kosmische krachten. Beneden- en bovenplaneten en hun invloeden. De rol van water en warmte. Gunstige omstandigheden voor zaaien en planten.

Tweede voordracht, juni 1924 — 28

Het ideaal van het bedrijf als ‘individualiteit’. Het leven onder de grond en boven de grond: waarneming en stofwisseling. Kiezel, klei en kalk in de wisselwerking tussen boven en beneden. Warmte en lucht zijn meer levend onder de grond, water en aarde erboven. De aarde is ’s winters het meest ontvankelijk voor de kosmos. Kosmische en aardse krachten in de plant: reproductie resp. groei, vormkrachten resp. vegetatieve krachten. De signatuur van de planeten in plant en dier.

Derde voordracht, juni 1924 — 49

Aangrijpingspunten van de geest in de natuur: koolstof, waterstof, stikstof, zuurstof en zwavel. Zwavel vormt de brug naar de stof. Koolstof is het bouwmateriaal van het wereld-ik; zuurstof het levenselement; stikstof het sensitieve, astrale element; waterstof breekt het fysieke af en voert het terug in de kosmos. De mediterende boer. Kalk, kiezel en klei. De vlinderbloemigen dienen de ‘stikstofademhaling’ van de aarde.

Vierde voordracht,juni 1924 — 69

Voeding via de maag zet aan tot innerlijke activiteit, voeding via ademhaling en zintuigen voert substantie aan. De plant heeft een levende bodem nodig. Humus en mest. Aanwijzingen om het leven in de mest vast te houden: opbouw van mest- en composthoop. Bereiding en toepassing van het hoornmestpreparaat, ter verbetering van de vitaliteit van de bodem, en van het hoornkiezelpreparaat, dat de evenwichtige groei van de gewassen bevordert.

Beantwoording van vragen, juni 1924 — 87

Het hoornmestpreparaat: verdere aanwijzingen voor bereiding, opslag en verwerking. Herkomst en kwaliteit van de koehoorns. Experimenten op het gebied van de zaadvorming. Het gebruik van machines. Effecten van meditatie.

Vijfde voordracht, juni 1924 — 101

De rol van bacteriën in de mest. Minerale meststoffen. Bemesting moet inhouden: de bodem tot leven wekken. Uit een dode bedding kan de plant geen substanties betrekken. Maatregelen ter verbetering van mest en compost: preparaten uit duizendblad, kamille, brandnetel, eikenschors, paardenbloem en valeriaan voegen aan de mest specifieke kwaliteiten toe.

Beantwoording van vragen, juni 1924 — 121

Algemene verzorging van de mest. Bijzonderheden over de mest- en compostpreparaten. Voedselopname uit de atmosfeer.

Zesde voordracht, juni 1924 — 130

Wetmatigheden in de plantengroei. De bovenplaneten werken via kiezel en warmte op de voedingskwaliteit. De benedenplaneten werken via kalk en water op de voortplanting; daarbij speelt de maan een sleutelrol. Onkruidbestrijding op basis van deze kennis: verbranding van onkruidzaden. Bestrijding van ongedierte en parasieten. Plantenziekten zijn afhankelijk van de omgeving. Bestrijding van schimmelvorming door middel van akkerpaardestaart.

Beantwoording van vragen, juni 1924 — 150

Over de ethische kant van bestrijdingsmaatregelen en van de wijnbouw. Sterrenconstellaties. Minerale bemesting.

Zevende voordracht, juni 1924 — 158

Intieme wisselwerkingen in de natuur. Het karakter van de boom: omhooggestulpte aarde, waarop als eenjarige planten de twijgen groeien. Astrale rijkdom in de atmosfeer rond de boom, etherische armoede rond de wortels. Insecten en wormen. Symbiosen: bomen en vogels, struiken en zoogdieren, paddenstoelen en bacteriën. Het belang daarvan voor de landbouw. Plant en dier in relatie tot de omgeving.

Achtste voordracht, juni 1924 — 175

Het raadsel van de voeding: opname van stoff en en krachten zowel uit de kosmos als uit de aarde. Het vee voegt via de mest ik-kwaliteit toe aan de gewassen. Veevoer: de waarde van wortel-, blad- en zaadgewassen. Gekookt of verwarmd voedsel tegenover rauwkost. Zout. Tomaten en aardappelen. Woorden ter afsluiting van de cursus.

Beantwoording van vragen, juni 1924 — 197

Gier en mest. Bestrijdingsmiddelen en sterrenconstellaties. Het conserveren van voer: elektriciteit en inkuilen. Ongediertebestrijding en ethiek. Menselijke mest. Groenbemesting.

Woorden ter begroeting en dank bij het begin van de cursus 7 juni 192 — 208

Toespraak bij de oprichting van de ‘onderzoekskring’ 11 juni 1924 — 211

 

De wegen naar de verloren gegane krachten van de natuur

Uit een toespraak tot de jeugdige deelnemers aan de cursus, juni 1924 — 222

Terugblik op de landbouwcursus

Deel van een voordracht. Dornach 20 juni 1924 — 229

Nawoord en aantekeningen

Nawoord (Albert de Vries) — 241

Aantekeningen bij Vruchtbare landbouw — 269

Aantekeningen bij het nawoord — 287

Aanvullende literatuur — 293

Zaakregister — 297

Levensoverzicht — 303

Rudolf Steiner / Werken en voordrachten — 307

Fragmenten en achtergrondartikelen

Loading...
Lang voordat het begrip ecologie gemeengoed werd, gaf Rudolf Steiner al zijn 'landbouwcursus'. Deze voordrachten¬ reeks uit 1924 schetst de principes van een landbouw die met de natuur samenwerkt, in plaats van haar op te jagen en uit te buiten. Daarvoor is een nieuwe vorm van kennis nodig, een kennis van het leven.

Boeken rond hetzelfde thema